#21: Karel ende Elegast

22 december 2021 - 15 minuten 23 seconden - 2 reacties

Introductie

We gaan terug naar de Middeleeuwen, naar een van de oudste Nederlandse bewaard gebleven verhalen. Deze aflevering vertel ik het verhaal van Karel ende Elegast, dat is geschreven in het jaar 1270. In het verhaal komen onder andere een beroemde keizer, ridders, engelen en een schurk voor. Dit avontuur van bijna 750 jaar geleden is nog steeds spannend en lees ik voor in deze aflevering!

Luister

Transcriptie

Download de tekst (pdf)

Hallo allemaal, en welkom bij de 21ste aflevering van Een Beetje Nederlands, de podcast voor mensen die Nederlands leren. Mijn naam is Robin en de aflevering van vandaag gaat over Karel ende Elegast. De tekst van deze aflevering kan je meelezen op de website, www.eenbeetjenederlands.nl

Je kan deze podcast steunen door Vriend van de Podcast te worden. Er zijn al veel luisteraars vrienden geworden, maar er is nog wel ruimte voor wat meer. Wil jij ook Vriend van de Podcast worden? In de shownotes staat de link naar de pagina op mijn website waar dat kan!

Nu, door met de podcast!

~~~ Openingstune ~~

Misschien ben je wel bekend met Karel de Grote, ook wel bekend als Charlemagne of Charlemagne. Deze koning van de Franken lukte het om aan het begin van de middeleeuwen, rond het jaar 800, een enorm groot rijk in West-Europa te veroveren. Het Frankische Rijk had grondgebied van het huidige Spanje in het westen tot het huidige Duitsland in het oosten en Italië in het zuiden. 

Ook het huidige Nederland was onderdeel van het rijk van Karel de Grote. Toen Karel de Grote nog leefde was hij al beroemd en er werden veel spannende verhalen over hem geschreven. Na zijn dood werd hij nog meer vereerd en werden de verhalen nog verder aangedikt.

Ook in Nederland is rond het jaar 1270 een verhaal geschreven met Karel de Grote in de hoofdrol. Dat is dus meer dan 400 jaar na de dood van Karel de Grote. Het verhaal heet Karel ende Elegast en daar ga ik het vandaag over hebben. Wie de tekst geschreven heeft, is niet bekend. Het is geschreven als een soort gedicht en het was meer bedoeld om voorgedragen te worden dan om gelezen te worden. In die tijd konden de meeste mensen nog niet lezen, maar wel luisteren naar verhalen van vertellers op feesten en kermissen. Waarschijnlijk is dit verhaal ook met die bedoeling geschreven.

Karel ende Elegast is een van de oudste Nederlandse nog bekende verhalen, maar het is niet de oudste Nederlandse tekst die we nog hebben. Nederlands klonk trouwens in die tijd heel anders dan nu, de taal die toen in Nederland gesproken werd noem je Middelnederlands.

Een van de bekendste Middelnederlandse zinnen is de volgende:
Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic enda thu. Wat unbidan we nu?

In het huidige Nederlands:

Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij. Waar wachten wij nu op?

Toch wel leuk dat een van de oudste Nederlandse zinnen zo romantisch is!

Voordat we doorgaan met Karel ende Elegast, is het eerst tijd voor…

De uitdrukking van de week!

De uitdrukking van deze week is: ‘beren op de weg zien’. Dat betekent: problemen verwachten in het plan dat je hebt. Deze uitdrukking gebruik je zo. Als een kennis van je vraagt hoe het bijvoorbeeld gaat met de verbouwing van je huis, kan je antwoorden: ‘goed hoor, maar ik zie nog wel wat beren op de weg’. Dan antwoord je dus dat het goed gaat, maar dat je nog wel wat mogelijke problemen ziet. 

Terug naar Karel ende Elegast. Als het verhaal begint ligt Karel te slapen en is er nog niets aan de hand. Maar dan begint het…

Een fraai en waargebeurd verhaal
Ga ik u vertellen, luister maar!
Op een zekere avond lag Karel te slapen
In Ingelheim aan de Rijn
Het hele land was van hem
Hij was er koning en ook keizer!
Toen de koning in z’n bed lag en sliep
Gebeurde het dat een engel naar hem riep
Zodat de koning wakker schrok
Door de woorden die de engel sprak
Die engel zei ‘sta op, edele man!’
Trek snel je kleren aan
Pak je wapens en ga uit stelen
God liet mij het u bevelen
Anders zult u uw leven en uw eer verliezen!

De koning dacht dat hij de opdracht van de engel, om te gaan roven en stelen, had gedroomd en ging weer slapen. Maar de engel kwam terug en vertelde Karel nog een keer zijn opdracht. Karel kon het niet geloven, waarom zou God hem deze opdracht geven? Hij viel weer in slaap en een derde keer kwam de engel terug met dezelfde boodschap. Nu was Karel dan toch overtuigd en begon zich klaar te maken. Hij liep door het kasteel naar zijn paard en reed het land in, richting het bos. Wanhopig en bevreesd vroeg hij God om hulp bij deze zware nacht.

Gedachten gingen door zijn hoofd, zeer vele,
Waar hij naar toe zou rijden om te gaan stelen.
Hij dacht ‘hoe kon ik de dieven nou toch haten
Die mijn volk niet met rust konden laten
Nu ben ik geneigd om hen te loven,
Zij die noodgedwongen moeten roven
Met hoeveel angst houden zij zich in ’t leven.
Ook mijn ridder Elegast heb ik verdreven

Tijdens Karels nachtelijke rit moest hij denken aan zijn ridder Elegast, die hij verbannen had. Het is niet helemaal duidelijk wat Elegast gedaan had, maar het was iets onbelangrijks. Sindsdien is Elegast zijn land en kasteel kwijt en Karel voelt dat hij daar spijt van heeft. Maar Karel weet zeker dat Elegast niet van arme mensen steelt, alleen van rijke mensen. Elegast wordt omschreven als een soort Robin Hood die steelt van de rijken en geeft aan de armen. Ondertussen rijdt Karel op zijn paard door de nacht.

Zo in gedachten is de keizer doorgereden
Opeens hoorde hij de treden 
van een paard op het pad
Zwart was het paard waar een ridder op zat
Zwart waren de helm, schild en harnas
En wapens waarmee de ridder bewapend was.
Gitzwart waren paard en ridder allebei
Zo reden zij elkaar steeds meer nabij
Beiden komend van een andere zij
En toen ze elkaar van dichtbij ontmoeten
Reden ze door zonder elkaar te groeten.
De man in het zwart dacht ‘die ander krijgt spijt
Hij is verdwaald en zijn wapens raakt hij kwijt.
Wie op zo’n mooi paard rijden kan
Wat moet die hier, dat is geen arme man’.

De ridder in het zwart vroeg met een luide stem aan Karel wie hij was en wat hij ‘s nachts deed in het bos. Was hij soms een spion voor Karel de Grote? Maar Karel kon daar natuurlijk geen antwoord op geven, want anders zou de vreemdeling weten dat de koning op rooftocht was en dat zou een schande zijn.

Omdat Karel geen antwoord wilde geven viel de zwarte ridder hem aan, een zwaardgevecht op paarden. Beide mannen zijn aan elkaar gewaagd en het gaat er hard aan toe. Karel is bang het gevecht te gaan verliezen en vraagt God om hulp. Dan slaat de zwarte ridder zo hard dat zijn zwaard in tweeën breekt. Zonder zwaard kan de zwarte ridder niet verder vechten en hij geeft op. Dan vraagt Karel opnieuw de naam van de ridder in het zwart.

De keizer zei: ‘Bij God, die mij eens schiep
Als u nu niet zegt, wat ik nu ga vragen
dan heeft uw hart voor ’t laatst geslagen. 
Ik vraag u: hoe gij heet en wie gij zijt?’
De zwarte sprak: ‘Heer, ik ben Elegast.’

Nu weet Karel dat de ridder waarmee hij gevochten heeft Elegast is, de ridder die hij zelf eerder verbannen heeft. Maar Elegast weet niet dat het Karel de Grote is waarmee hij gevochten heeft. Karel wil ook niet dat Elegast dat te weten komt en stelt zich voor als Adelbrecht. 

De twee ridders sluiten een vriendschap en besluiten samen te gaan roven. Om Elegast te testen stelt Karel voor om de keizer, zichzelf dus, te gaan beroven. Maar Elegast wil dat absoluut niet, ondanks dat Karel hem verbannen heeft. Hij was nog steeds trouw aan de keizer.

In plaats daarvan gaan ze naar Eggerik van Eggermonde, de echtgenoot van Karels zus. Volgens Elegast is Eggerik een schurk en verdient hij het om beroofd te worden. Samen gaan ze op pad. Elegast zou het kasteel in zijn eentje beroven en de buit delen met zijn kompaan.

In het kasteel steelt Elegast een grote buit. Karel wil graag weer vertrekken, maar Elegast wil nog iets stelen uit de slaapkamer van Eggerik. In de slaapkamer waar Eggerik en zijn vrouw lagen te slapen maakte Elegast per ongeluk geluid en Eggerik wordt wakker. Elegast verstopt zich snel onder het bed terwijl Karels zus, de vrouw van Eggerik, hem probeert te kalmeren. Dan beginnen ze ruzie te maken en verwijt ze hem dat hij al dagen weinig eet en gespannen is. Dan vertelt Eggerik haar waarom hij zo onrustig is. 

Eggerik is hier aan het woord:

‘Jouw broeder Karel raakt gauw in nood. 
Ik zwoer namelijk de Keizers dood.
En met mij zijn nog andere kompanen’
En hij noemde hen ook bij de namen
Dit smerige plan hoorde Elegast 
en hield diep in zijn hart de namen vast 
van allen, die de Keizer kwaad wilden doen.
Toen Eggeriks vrouw dit plan had gehoord, 
Zei ze ‘Van mij geen goedkeuring voor deze moord,
Eerder zal ik jou aan de nek ophangen.’
Eggerik, opeens door woede bevangen, 
sloeg zijn vrouw hard in ’t gezicht.
Er kwam bloed uit haar neus en mond
Het druppelde naast het bed op de grond. 
Heel stil is Elegast daarheen gekropen
en hield zijn rechterhandschoen op,
En ving het bloed van de vrouw daarmee op

Elegast kwam ongezien het kasteel weer uit en vertelde Adelbrecht, Karel dus, wat hij gehoord had. Het bloed in de handschoen was zijn bewijs en dat overtuigde Karel van het complot dat tegen hem gesmeed was. Karel beseft nu ook waarom God hem opgedragen had om op rooftocht te gaan. Elegast durft het niet zelf tegen Karel de Grote te gaan vertellen, dus stelt Adelbrecht voor het voor hem te doen. Vervolgens gaat Karel terug naar zijn kasteel.

De volgende dag is er een hofdag, een feest op het kasteel waar alle belangrijke mensen uit de omgeving zouden komen. Ook Eggerik van Eggermond arriveert en Karel de Grote confronteert hem en zijn andere samenzweerders met hun verraad. Eggerik ontkent dat hij een verrader is en Karel de Grote laat Elegast halen als getuige. Elegast laat de handschoen zien als bewijs tegen Eggerik. Als reactie daarop daagt Eggerik hem uit tot een duel, om er achter te komen wie de waarheid spreekt. Bij zo’n duel zou God degene helpen die de waarheid spreekt, waardoor diegene altijd het gevecht zou winnen.

Als extra motivatie voor Elegast belooft Karel dat wanneer hij het gevecht wint, hij zijn land terug krijgt, en ook met zijn zus, de vrouw van Eggerik, mag trouwen. 

Eggerik kwam het veld op rijden 
zwaar bewapend en klaar om te strijden; 
Hij zegende zich niet, sprak geen gebed, 
maar gaf met woeste kracht zijn paard de sporen. 
Toen stormde ook heer Elegast naar voren 
en raakte Eggerik met zo’n geweld, 
dat hij van zijn paard af viel op het veld; 
Elegast heeft toen zijn zwaard geheven
dit zwaard had Keizer Karel hem gegeven
Hij gaf zo’n slag op Eggerik zijn hoofd
dat het als een blok hout werd gekloofd.
Hij stortte van zijn paard dood ter aarde
terwijl God Elegast het leven spaarde

Mijn vrienden, het verhaal is bijna uit; 
en dit vertel ik u nog tot besluit.
Elegast herwon zijn riddereer: 
daarvoor dankte hij God, ons aller Heer. 
Keizer Karel is bij zijn woord gebleven: 
de vrouw, die eens met Eggerik moest leven, 
zijn zuster, gaf hij Elegast tot vrouw; 
zij bleven elkaar hun leven lang trouw.

En daarmee komt het verhaal van Karel ende Elegast tot een eind. En deze aflevering van Een Beetje Nederlands ook. Ik hoop dat je genoten hebt van het verhaal.

Ik zou het heel erg waarderen als je de podcast zou delen met je vrienden, familie en collega’s die ook Nederlands aan het leren zijn, zodat de podcast door nog meer mensen gevonden gaat worden. Je kan ook een rating achterlaten in de podcast-app. Ook op Spotify kan je tegenwoordig sterren geven, dus luisteraars op Spotify, kijk even in de app! 

Vergeet ook niet dat je Vriend van de Podcast kan worden, waardoor ik deze podcast ook volgend jaar kan blijven maken! Check de shownotes voor een linkje.

Ik hoop dat je een beetje Nederlands geleerd hebt en tot de volgende aflevering!

Moeilijke woorden

Aandikken: overdrijven
Voordragen: voorlezen op een theatrale manier
Roven: stelen
Loven: eren
Verdrijven: wegjagen
Verbannen: iemand dwingen een gebied te verlaten
Harnas: Metalen kleding
Gitzwart: heel erg zwart
Gij zijt: Jij bent (zie ook de aflevering over het Vlaams)
Kompaan: makker, bondgenoot
Hofdag: feestdag op het kasteel
Samenzweerder: iemand die een complot heeft gemaakt samen met iemand anders
Zegenen: God om hulp vragen
Kloven: doormidden hakken

Word vriend van de podcast!

Vanaf nu kan je de podcast steunen door vriend van de podcast te worden. De eerste 50 vrienden van de podcast krijgen een gratis sticker thuisgestuurd!

Word vriend van de podcast via deze pagina!

Deel deze aflevering

2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *