#51: De Digitale Stad

13 juni 2023 - 10 minuten 44 seconden - 0 reacties

Introductie

Wist je dat er 10 jaar voordat Facebook en Myspace begonnen, er al een Nederlandse socialenetwerksite bestond? In 1994 werd De Digitale Stad begonnen, een project om meer mensen op het internet te krijgen en met elkaar te laten communiceren. Dat was nog helemaal niet normaal in die tijd, de meeste mensen hadden nog geen internet thuis. De Digitale Stad is een belangrijk onderdeel van de Nederlandse internetgeschiedenis!

Luister

Transcriptie

Download de tekst (PDF)

Hallo allemaal! Dit is Een Beetje Nederlands, de podcast voor mensen die Nederlands leren. Mijn naam is Robin en de aflevering van vandaag gaat over De Digitale Stad, een van de eerste online sociale netwerken in Nederland. De tekst van deze aflevering kan je meelezen op de website, www.eenbeetjenederlands.nl. Ook als je vragen of opmerkingen hebt over deze aflevering, kan je ze naar mij sturen op de website. In de shownotes staat een link naar de website. 

Nu, door met de podcast.

Er was eens… een tijd waarin mensen nog niet de hele dag op het internet zaten. Toen zelfs de meeste mensen thuis nog geen internet hadden. We gaan deze aflevering terug naar de begindagen van het internet, toen alles nog nieuw en spannend was. Er waren ineens nieuwe mogelijkheden om met andere mensen te communiceren. Niet alleen mensen in je eigen straat, buurt of stad, maar wereldwijd.

Dit is het verhaal van een aantal pioniers van het internet in Nederland, die een community probeerden te bouwen op het nieuwe internet. Een Nederlands sociaal netwerk, vele jaren voordat Facebook groot zou worden. We gaan kijken naar het internet in de tijd van De Digitale Stad.

We gaan naar het jaar 1994. Het internet stond, zoals we dat zeggen, nog in de kinderschoenen. Het stond nog aan het begin van de ontwikkeling ervan. Om een beetje een beeld te geven: in 1994 hadden ongeveer 300 mensen in Nederland thuis een internetaansluiting. Als je niet het geluk had dat je een van die 300 was, kon je misschien gebruikmaken van een internetverbinding op je werk, universiteit of de bibliotheek.

Het verhaal van De Digitale Stad begint met een ontmoeting tussen mensen die enthousiast waren over computers en medewerkers van een cultureel centrum in Amsterdam. Ze zaten allemaal in de alternatieve bewegingen: kunstenaars, hackers, krakers. Het waren idealistische mensen, die geld verdienen niet het belangrijkste doel vonden in het leven. En niet onbelangrijk: ze hadden in die tijd al toegang tot het internet. Ze vonden het belangrijk dat meer mensen toegang konden krijgen tot de mogelijkheden van het internet, en bedachten een plan om dat voor elkaar te krijgen. Dat plan bestond uit twee onderdelen.

Ten eerste werd er goedkope toegang tot het internet geregeld voor particulieren. Oudere luisteraars kunnen het zich misschien herinneren: je moest vroeger inbellen om verbinding te maken met het internet. In het Engels heet dat dial-up internet. Je had daarvoor een modem nodig waarmee je een speciaal telefoonnummer belde, daarmee werd de verbinding met het internet gelegd. Er werd door De Digitale Stad een gratis verbinding geregeld waarmee mensen toegang konden krijgen, je hoefde alleen de telefoonkosten zelf te betalen. Dat was al een enorm succes: modems waren binnen de kortste keren uitverkocht en op drukke momenten moest je soms lang wachten tot je kon inbellen. Binnen 10 weken hadden zich al 12.000 mensen aangemeld, veel meer dan verwacht. Daarmee hadden de oprichters van De Digitale Stad aangetoond dat particulieren ook toegang wilden tot het internet.

Je kan het je nu bijna niet meer voorstellen, maar het idee dat het internet gebruikt kon worden voor communicatie tussen personen was nog helemaal niet zo normaal in 1994. Het internet werd vooral gebruikt voor het verspreiden van informatie. Dat waren mensen ook zo gewend: ze keken tv of lazen de krant voor informatie, maar daarbij kon je niet zelf meedoen. Dat veranderde met de komst van het internet. Om de mogelijkheid om te communiceren via het internet makkelijker te maken, kon je een gratis e-mailadres en mailbox krijgen bij De Digitale Stad.

Verder werd er een zogenaamd Freenet gemaakt, software waarmee mensen over het internet konden communiceren. Er bestonden al andere Freenets in Amerika, en daar was die van De Digitale Stad ook op gebaseerd. Freenets boden toegang tot digitale informatie en hulpmiddelen en waren, zoals de naam zegt, gratis.

Bij het Nederlandse Freenet werd gekozen voor de metafoor van een stad: vandaar de naam De Digitale Stad. Het platform werd opgedeeld in verschillende functies. Er was een postkantoor, waar mensen e-mails konden versturen. Een museum, waar je online kunst kon bekijken. Een station, waar je links kon vinden naar andere websites. En er was een café, waar mensen met elkaar konden chatten, net zoals in een echt café. Want een stad gaat pas leven als mensen elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar kunnen praten.

Verder had je op De Digitale Stad allerlei pleinen, dat waren losse communities. Daar kon je over een specifiek onderwerp praten: politiek, computers of sport bijvoorbeeld. Maar er waren ook pleinen waar drugs besproken werden, of die speciaal voor homoseksuele mensen waren. Dat waren onderwerpen die niet eerder zo publiekelijk besproken konden worden voor veel mensen. Zeker het homoplein was erg populair: mensen konden anoniem over hun seksuele voorkeuren praten, in een tijd waarin dat offline niet altijd geaccepteerd werd.

Alle inwoners van De Digitale Stad, de gebruikers dus, konden ook een eigen huis bouwen. Dat werd een plekje voor de gebruiker zelf, waar diegene iets kon vertellen over zichzelf. Een soort homepage dus.

Wat ik zelf heel tof vind is dat er dus in 1994 al een soort sociaalnetwerksite gemaakt is, meer dan tien jaar voordat Facebook en MySpace gemaakt zijn.

De metafoor van de stad werkte erg goed om mensen kennis te laten maken met het internet. Ook mensen die nog nooit op het internet waren geweest snapten de functies van De Digitale Stad en hoe je je door de stad kon verplaatsen. Voor veel Nederlanders was De Digitale Stad de eerste aanraking met het internet. 40% van de gebruikers had nog geen ervaring met het internet voordat ze op De Digitale Stad kwamen.

Helaas werd het na een paar jaar voor De Digitale Stad steeds moeilijker om financieel het hoofd boven water te houden. Er waren andere commerciële partijen gekomen die dezelfde internetdiensten als De Digitale Stad aanboden: toegang tot het internet en e-mail. Ook de community, de ruggengraat van het project, werd steeds minder bezocht. Mensen vonden andere plekken op het internet om hun tijd te besteden en De Digitale Stad werd steeds meer een spookstad. In 2001 werd de stekker uit het project getrokken en hield De Digitale Stad op met bestaan.

Ondanks het feit dat De Digitale Stad het niet gered heeft, heeft het wel een grote invloed gehad op het internet in Nederland. Het was voor veel mensen in de jaren ‘90 de eerste aanraking met het internet. Voor het eerst konden mensen praten met andere mensen op het internet. Voor het eerst konden ze praten over hun interesses en informatie uitwisselen, of het nou ging over sport, politiek of hun seksuele voorkeur.

De doelstelling aan het begin van het project, om mensen kennis te laten maken met de mogelijkheden van het internet, is geslaagd. Het internet heeft zich op een andere manier ontwikkeld dan ze hoopten en dat heeft tot de ondergang van het project geleid. 

De Digitale Stad is nu onderdeel van de digitale geschiedenis van Nederland. Zoals dat hoort met geschiedenis, is De Digitale Stad nu onderdeel van een museum. De eerste server waar De Digitale Stad op gedraaid heeft, is nu eigendom van het Amsterdam Museum. Het museum doet z’n best om dit stukje Nederlandse geschiedenis te bewaren. 

Ook Unesco erkent het belang van De Digitale Stad. Unesco heeft dit jaar het project in het Memory of the World-programma opgenomen, waar waardevolle archieven in worden opgenomen.

Daarmee kom ik aan het einde van deze aflevering van Een Beetje Nederlands. Een Beetje Nederlands wordt mogelijk gemaakt door de vrienden van de podcast. Ga naar de website om ook Vriend van de podcast te worden, en daarmee mij te steunen bij het maken van deze podcast. Bedankt voor het luisteren, ik hoop dat je een beetje Nederlands geleerd hebt en tot de volgende aflevering!

Word vriend van de podcast!

Vanaf nu kan je de podcast steunen door vriend van de podcast te worden. De eerste 50 vrienden van de podcast krijgen een gratis sticker thuisgestuurd!

Word vriend van de podcast via deze pagina!

Deel deze aflevering

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *