Introductie
De officiële taal van Nederland is Nederlands. Maar wist je dat er nog een erkende taal in Nederland bestaat? In de provincie Friesland is het Fries de tweede officiële taal. Friese kinderen leren Fries op school en Friese journalisten spreken Fries. Maar Fries is niet altijd een officiële taal geweest. Hoewel er al eeuwenlang Fries wordt gesproken, erkent de Nederlandse overheid het Fries pas sinds 1956 als een officiële taal. In deze aflevering kom je erachter waarom deze erkenning pas in de jaren 50 lukte.
Luister
Transcriptie
Hallo allemaal! Dit is Een Beetje Nederlands, de podcast voor mensen die Nederlands leren. Mijn naam is Robin en de aflevering van vandaag gaat over knuppelvrijdag, en hoe het Fries een officiële taal in Nederland werd. De tekst van deze aflevering kan je meelezen op de website, www.eenbeetjenederlands.nl. Als je vragen of opmerkingen hebt over deze aflevering, kan je ze naar mij sturen op de website. In de shownotes staat een link naar de website.
Je kan nu Vriend van de Podcast worden via de website, en vanaf dit seizoen krijgen vrienden extra voordelen! Voor een paar euro per maand krijg je toegang tot extra afleveringen, hulpmiddelen bij iedere aflevering en nog veel meer. Check de website voor meer informatie!
Nu, door met de podcast.
De officiële taal van Nederland is Nederlands. Maar wist je dat er nog een erkende taal in Nederland bestaat? In de noordelijke provincie Friesland is het Fries de tweede officiële taal. Friese burgers hebben het recht om hun eigen taal te gebruiken, bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met de gemeente. Friese kinderen leren Fries op school en Friese journalisten spreken Fries. En als een Fries minister wordt, mogen ze in het Fries de eed afleggen. Als een minister een eed aflegt, dan belooft hij of zij zijn werk goed te doen. In het Nederlands klinkt dat zo [fragment1], in het Fries klinkt dat zo [fragment2]
Fries is niet altijd een officiële taal geweest. Hoewel er al eeuwenlang Fries wordt gesproken, erkent de Nederlandse overheid het Fries pas sinds 1956 als een officiële taal. Friezen wilden dat al veel langer. In deze aflevering kom je erachter waarom deze erkenning pas in de jaren 50 lukte.
Laten we eerst stilstaan bij de vraag: wanneer telt een taal als een aparte taal? Volgens taalkundigen zijn er drie criteria. Ten eerste moet de taal genoeg verschillen van andere talen. Dat zit wel goed bij het Fries. Hoewel het Fries en het Nederlands allebei Germaanse talen zijn, hebben ze ook veel verschillen, want hun historische ontwikkeling is anders. Het moderne Nederlands komt van Frankische stammen die hier in de Middeleeuwen woonden. Het Fries komt van oude Friese stammen die in de vroege Middeleeuwen de noordelijke regio bewaakten. Daarom is de grammatica en de fonetiek van het Fries anders dan de Nederlandse.
Het Fries kent bijvoorbeeld klanken en klankcombinaties die het standaardnederlands niet kent, zoals je kunt horen in het Friese volkslied of in de tongbreker waarmee de Friese volksheld Grutte Pier in de middeleeuwen Hollandse spionnen in Friesland ontmaskerde: [fragment 3] (Tekst :Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries) De Nederlandse vertaling van deze Friese zin is: “boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan, is geen oprechte Fries”. Als je dit niet kon zeggen, dan wist Grutte Pier dat je een koopman van buiten Friesland was, en zou je meteen onthoofd worden. Probeer maar na te zeggen! Dat is niet te doen als je geen Fries spreekt. Zou jij door de mand vallen?
Van alle moderne talen lijkt het Fries eigenlijk nog het meest op het Oud-Engels? Luister maar. In dit fragment probeert een Engelsman een bruine koe te kopen bij een Friese boer, maar hij mag alleen maar Oud-Engels spreken met de boer. Wat denk jij? Zullen ze elkaar verstaan? [fragment4] Het is hem gelukt. Op het einde van het fragment neemt de Friese boer de Engelsman mee naar de schuur waar de bruine koeien staan.
Goed, Het Fries verschilt duidelijk van het Nederlands, maar dat geldt ook voor andere regionale talen en dialecten in Nederland. Toch is alleen het Fries officieel erkend als aparte taal. Dat komt door twee extra criteria die taalkundigen hanteren: de status van een taal en de motivatie van haar sprekers.
Het Fries heeft al eeuwenlang een serieuze status. Er bestaan literaire, wetenschappelijke en historische teksten in het Fries. Grote werken zoals de Bijbel, de Ilias, de Odyssee en Shakespeare zijn in het Fries vertaald. In 1938 werd de Fryske Akademy opgericht, het wetenschappelijke onderzoeksbureau voor het Fries en de Friese cultuur. Er is een officiële spelling en grammatica van het Fries.
Maar het belangrijkste criterium is misschien wel de motivatie van de sprekers zelf. Een taal krijgt pas echt erkenning als de mensen die haar spreken, die erkenning ook willen opeisen, als zij hun taal aan hun kinderen willen doorgeven en voor die rechten willen opkomen. Dat klinkt als een open deur, maar in Friesland heeft precies dit ervoor gezorgd dat de taal officiële erkenning in Nederland kreeg. Het keerpunt vond plaats in 1951, op Knuppelvrijdag, het onderwerp van de podcast van vandaag.
In oktober 1951 liep een man naar de rechtbank in Heerenveen. Hij heette Sjirk van der Burg en hij was dierenarts. Sjirk had een verkeersovertreding gemaakt en moest daarvoor voor de rechter komen. In de rechtszaal wilde Sjirk graag Fries spreken, maar dat mocht niet van de rechter, meester Wolthers. De rechter zei dat er geen tolk kon komen, omdat Fries geen vreemde taal is. Sjirk mocht dan toch Fries spreken, maar de rechter zei wel: “Officieel versta ik u niet.”
De volgende dag schreef journalist Fedde Schurer een boos artikel in de Friese krant De Heerenveense Koerier. Hij vond dat de rechter Friese mensen niet serieus nam. In zijn artikel noemde hij de rechter kinderachtig en beledigend. Het was namelijk niet de eerste keer dat meester Wolthers Fries in de rechtbank verbood. Eerder had hij twee melkboeren gestraft, omdat zij de Friese woorden “molke” en “sûpe” op hun melkbus hadden geschreven. Dat zijn de Friese woorden voor respectievelijk ‘melk’ en ‘karnemelk’. De rechter zei toen ook dat hij hen niet kon verstaan. Fedde Schurer vond dit pestgedrag.
Nu moest ook Fedde Schurer zelf naar de rechtbank komen. Hij werd samen met een andere Friese journalist aangeklaagd, omdat hij een rechter had beledigd. Toch vond Schurer dit niet erg. Hij hoopte juist op een rechtszaak over het gebruik van Fries in de rechtbank. Hij wilde dat de rechter eens een keer een uitspraak zou doen over het gebruik van Fries in de rechtszaal.
Toen de rechtszaak begon, kwamen veel Friezen naar Leeuwarden, de hoofdstad van de provincie Friesland, om Schurer te steunen. Ze wilden erbij zijn, maar de zaal was klein en ze mochten niet naar binnen. Ze moesten buiten wachten. De sfeer werd gespannen. Mensen waren boos dat ze niet naar binnen mochten. Er ontstond een rel. De politie begon de mensen te duwen en raakte in paniek. Toen de menigte niet wegging, begon de politie met water te spuiten. Daarna sloegen ze mensen met knuppels. Ook onschuldige voorbijgangers kregen een klap. Deze dag werd later bekend als “Kneppelfreed” in het Fries, of in het Nederlands: “Knuppelvrijdag” vanwege de knuppels van de politie.
Binnen ging de rechtszaak gewoon door. Schurer bleef Fries spreken, ook al sprak hij ook Nederlands. Hij kreeg een boete van 150 gulden en twee weken gevangenisstraf. Veel Friezen waren het daar niet mee eens. Ze stuurden brieven en telegrammen naar ministers in Den Haag om te protesteren.
Door Kneppelfreed kwam de Friese taalstrijd in het nieuws in heel Nederland. Er werd veel over geschreven in de landelijke kranten. Politici in Den Haag maakten zich zorgen. Sommigen waren zelfs bang dat Friesland zich wilde afscheiden van Nederland. De regering besloot daarom een commissie te maken om de situatie in Friesland beter te begrijpen. Ze waren namelijk nog niet vaak in die regio geweest.
Fedde Schurer was het niet eens met de uitspraak en ging in hoger beroep in Leeuwarden. Hij vond twee weken gevangenis een veel te hoge zware straf. Ook tijdens deze rechtszaak bleef hij Fries praten. Het liep goed voor hem af. Deze keer kreeg hij geen gevangenisstraf, maar alleen een boete van 150 gulden. Daarmee was zijn zaak afgerond, maar de strijd om het Fries ging door.
Door Kneppelfreed kwam er veel verandering. De rechter die geen Fries in de rechtbank wilde horen, werd overgeplaatst naar Utrecht. In 1955 werd Fries toegestaan op lagere scholen. In 1956 werd het recht om Fries te spreken in de rechtszaal officieel vastgelegd. Vanaf toen was Fries niet alleen een thuistaal, maar ook een erkende tweede taal in Nederland.
Ook na 1956 bleef de aandacht voor het Fries groeien. In 1962 werd de Fryske Nasjonale Partij opgericht. Deze partij kwam voort uit de Friese taalbeweging en werd steeds belangrijker in de Friese politiek. In 2003 kreeg de partij maar liefst zeven zetels in de Provinciale Staten en nu willen ze zelfs meedoen aan de landelijke verkiezingen. In de jaren tachtig werd Fries een vak op de basisschool. Er kwamen ook Friese media, zoals Omrop Fryslân. Op die manier werd de Friese taal zichtbaarder in het dagelijks leven.
Veel Friezen waren blij met deze ontwikkelingen. Toch betekende meer zichtbaarheid niet automatisch dat de taal ook meer werd gesproken. Vanaf de jaren tachtig zie je namelijk dat steeds minder mensen Fries thuis spreken. Vooral jongeren, en vooral in de steden, gebruiken steeds vaker Nederlands in het gezin. Er zijn daarvoor verschillende redenen. Ten eerste is Nederlands de hoofdtaal op school en op het werk, en ouders willen dat hun kinderen goed Nederlands leren om later meer kansen te hebben. Ten tweede hebben veel gezinnen een ouder die geen Fries spreekt, waardoor de voertaal in huis automatisch Nederlands wordt. Ten derde groeien kinderen tegenwoordig op met televisie, internet, YouTube en sociale media, en die zijn meestal in het Nederlands of Engels. Daardoor krijgen kinderen veel minder Fries mee dan vroeger.
In 1980 gaf nog ongeveer 58% van de ouders aan dat ze thuis Fries spraken met hun kinderen. In 2020 is dat percentage gedaald naar ongeveer 40%. Toch verstaan bijna alle Friezen nog steeds hun moedertaal goed, ook al spreken ze hem minder vaak actief.
Ook al is het gebruik van Fries als thuistaal juist een beetje afgenomen, de Friezen zijn nog steeds heel trots op hun eigen taal en cultuur, Gevaar dat de taal zal uitsterven is er niet, want de Friezen doen er veel aan om hun taal te beschermen, bijvoorbeeld door middel van culturele en educatieve programma’s. De motivatie van de sprekers van een taal is erg belangrijk voor het voortbestaan en de erkenning van een taal, zoals we hebben geleerd aan het begin van de aflevering. En motivatie is er genoeg in Friesland. Volgens onderzoek zijn de Friezen zelfs het meest trots op hun provincie van alle Nederlanders! Geen wonder dat we in het Nederlands ook wel zeggen: “hij is zo trots als een Fries”, als iemand heel erg trots of koppig is.
Daarmee kom ik aan het einde van deze aflevering van Een Beetje Nederlands.
In de extra aflevering van deze maand gaat het over een Friese held waar het in deze aflevering al even kort over ging: Grutte Pier. Ga daarvoor naar de Petje-Af-pagina van deze podcast. Voor 5 euro per maand steun je deze podcast, en krijg je er zelf ook nog iets voor terug. Namelijk: extra afleveringen om naar te luisteren. Deze maand dus over Grutte Pier. Wil je daar meer over weten? Ga snel naar Petjeaf.com/eenbeetjenederlands en word ook Vriend van de Podcast.
Ik hoop dat je een beetje Nederlands geleerd hebt, en tot de volgende aflevering!
Word vriend van de podcast!
Vrienden van de Podcast krijgen nu nog meer voordelen! Word lid via PetjeAf.com en ontvang een extra aflevering per maand en extra oefenmaterialen!
